Laat ik mijn kind voetballen als hobby of houd ik hem thuis
omdat het duur is?
 

“Mijn naam is Tatiana. Ik heb een zoontje van 12 jaar oud genaamd N. 

Hij vroeg al jaren om te voetballen. Jarenlang kon ik dat niet toestaan, omdat ik het financieel niet kon betalen. Op dat moment had ik ook geen auto, en als N. dan uitwedstrijden moest spelen, kon ik hem niet brengen. Ik zou dan altijd op andere ouders moeten rekenen, en dat wilde ik niet. Ik had N. altijd beloofd dat hij mocht gaan voetballen zodra we een auto konden kopen. Zo gezegd, zo gedaan. Na lang sparen kon ik een tweedehandsauto kopen. Vanaf het moment dat we begonnen rond te kijken voor een auto, zijn we ons ook gaan informeren over voetbal. We gingen kijken wanneer het inschrijvingsmoment was, maar het bleek dat hij meteen mocht beginnen. Ik gaf aan dat dit nog niet mogelijk was, omdat ik hem niet kon brengen. De trainer stelde voor om hem te komen ophalen voor de training. Zo zijn we gestart met het voetbalavontuur. 

Elke maand legde ik geld opzij om het inschrijvingsgeld te kunnen betalen. Het inschrijvingsgeld bedroeg in die club 400 euro, en daar kwamen dan nog voetbalschoenen, shorts en T-shirts bij om te kunnen trainen. Wat wel inbegrepen was, was een kledingpakket voor de wedstrijden. Je moet toch wel wat geld uitgeven.  

Op dat moment werd ik begeleid door het OCMW. Dan heb je recht op de terugbetaling van 80% van het inschrijvingsgeld voor één hobby. Maar je moet het natuurlijk wel eerst voorschieten. Je moet het als ouder dus eerst hebben, voordat je het terugkrijgt. Je krijgt ook een budget om sportkleren aan te kopen, maar dat moet je ook eerst voorschieten. 

Er was nog een aspect dat me stoorde. Op dat moment was ik nog aan het studeren, dus ik gebruikte het excuus dat ik in de auto bleef zitten om verder te werken voor school. Maar elke keer als er een wedstrijd was, hadden de ouders de gewoonte om in de kantine iets te gaan drinken. Als de kinderen klaar waren met de wedstrijd, wilden ze dan een snoepje of chips kopen, of een drankje. Ik heb toen duidelijk afgesproken met N.: ofwel betaal ik het inschrijvingsgeld en kun je voetballen, ofwel gaan we elk weekend iets drinken, maar dan is er geen voetbal. Ik kan niet beide betalen. N. was daar heel begripvol over. We hebben toen de gewoonte gecreëerd dat hij een drankje en een snoepje van thuis meeneemt. Dat doet hij nu nog steeds, ook al staan we er financieel beter voor. Zo kan hij toch bij zijn vrienden zitten na de voetbal. 

Als ouder voel je je niet betrokken bij de groep. Ik houd me bewust afzijdig, omdat ik geen zin heb dat ze mij trakteren. Dan voel ik namelijk de verplichting om iets terug te geven, en dat kan ik niet. Je houdt je dan ergens toch op de achtergrond.  Je loopt er natuurlijk niet mee te koop, maar enkele ouders, met wie ik goed contact heb, heb ik in vertrouwen genomen. Ik heb hen verteld dat ik niet kan meedoen aan trakteren, ook omdat ik een doel voor ogen heb, en ik houd mijn focus daarop. 

Wat ik ook vreemd vind, is dat je moet betalen om naar de wedstrijd te komen kijken. Bij thuiswedstrijden ga ik in de kantine zitten, want daar hoef je niet te betalen. En zodra de man met de kassa voorbij is, ga ik langs het plein zitten. Dit doe ik nog steeds. Ik zou het nu wel kunnen betalen, maar als je alles optelt aan het einde van de maand, besteed ik mijn geld toch liever aan iets anders.  

Iedereen heeft recht op vrije tijdsbesteding. Een hobby zorgt voor ontspanning, sociale contacten, mentale en fysiek gezondheid...   

Implementeer als gemeente de UiTPAS. Moedig sportclubs aan om hierin mee te stappen.

Previous
Previous

Energiezuinig maar te klein vs ruim maar energieverslindend